De Rubicon oversteken. Kind van 9.

In het jaar dat een mens 9 jaar oud is, is er een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in een mens zijn leven. Antroposofisch heet dit de Rubicon oversteken.

De Rubicon was een rivier in Italië. Julius Ceasar moest deze rivier oversteken om Keizer te worden. Na het oversteken van deze rivier was er geen weg terug, dan moest hij Keizer worden, of sterven.

Het Rubicon moment in een mensenleven is de overgang van een geestelijk, heilig wereldbewustzijn, magisch realistisch genoemd, naar een aards ik bewustzijn. Een kind verlaat een bewustzijn waarin alles een geheel is, mensen die dood gaan er ‘nog zijn’ en papa en mama je tegen alles kunnen beschermen, naar een bewustzijn dat de aarde ook moeilijk kan zijn.

Mocht er rond deze tijd iets heftigs gebeuren, variërend van een huisdier dat doodgaat, verhuizing, overlijden van een grootouder of scheiding, dan hakt dat er heftig in bij een kind.

De overgang, die al moeilijk is, wordt dan nog moeilijker gemaakt. Deze ervaring is te verzachten met verhalen uit de Noorse Mythologie. In deze mythologie zijn er goden, die van alles doen wat best leuk kan zijn, als er geen consequenties zijn. Vechten met reuzen, ruziën met elkaar, mooie dingen maken en reizen. Geen god gaat echt dood. Zelfs de mensen gaan niet echt dood maar gaan naar Walhalla, als ze goed gevochten hebben, om eeuwig te feesten en te vechten.

Tot, door een truc, een geliefde God doodgaat en daaruit het einde der Tijden, de Ragnarok, tevoorschijn komt. De Goden vechten tegen hun vijanden en gaan tezamen met deze vijanden dood. Plotseling zijn er consequenties, dood is dood en de wereld vergaat in vuur.

Maar, net zoals in de bijbel, komt er na de vernietiging een nieuwe wereld. Een mooiere wereld, waar meer kan en waar de geliefde God regeert.

Literatuur: Menskunde en opvoeding van Rudolf Steiner (de ‘lerarenbijbel’ voor de vrije school )
Tussen Wodan en Widar, over hoe de Noorse Mythologie onze ontwikkeling als mens beschrijft.