Basisstructuur
De geestelijke wereld heeft een basisstructuur. Dit zijn elementen, functies of kenmerken waarmee je de geestelijke wereld kan leren kennen en van waaruit je deze wereld kunt gaan ontdekken.
Een mens bestaat uit de volgende lagen of ‘lichamen’:
fysiek lichaam; gelijk aan stenen/kristallen/mineralen
etherisch lichaam; energetisch lichaam dat vormt en in stand houdt, zoals bij planten
astraal lichaam; ziel, emoties, gedachten en bewustzijn, ook aanwezig bij diergroepen
geest; hogere zelf, leeft de meerdere levens (reïncarnatie) en creëert de leidraad in je leven
(zie ook: “Ontwikkeling in perioden van 7 jaar”)
Een mens functioneert in drie kwaliteiten; denken, voelen en willen.
Het denken kristalliseert zich uit in de vaste objecten in en rondom een mens;
botten, celhuid, meubels, aardmaterialen.
Het voelen kristalliseert zich uit in de vloeibare stoffen in en rondom een mens;
bloed, celinhoud, water, regen, vloeistoffen.
Het willen kristalliseert zich uit in de gassen in en rondom een mens;
zuurstof, stikstof, koolzuurgas
(zie de hypothese in: “Denken, voelen en willen in de fysieke omgeving” )
Tijd en ruimte is een illusie, in de geestelijke wereld is geen tijd en ruimte. Wel is er duur en volume.
Karma; een handeling uit een vorig leven heeft resultaten later in het leven en/of in volgende levens.
De antroposofie is de methode waarmee deze basisprincipes te kennen en ervaren zijn. (zie Antroposofische meditatie )